Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zeide de eerstgeborene tot de [55]jongste: Onze vader is oud, en er is geen man [56]in dit land, [57]om tot ons in te gaan, [58]naar de wijze der ganse aarde. 55. Hebr. kleine, en alzo in de volgende vs. hfdst.34 vs.35,38. Dat is, de jongste. 56. Zij wisten wel dat te Zoar mannen waren, maar vreesden dat die gelijk de anderen, mede vergaan zouden. 57. Zie deze manier van spreken, boven hfdst.6 vs.4, en hfdst.16 vs.2,4; Deut.25:5. 58. Hebr. naar den weg. Zie boven, hfdst.18 vs.11.